Jaarupdate 2023-2024 EEHV: "Op naar een vaccin tegen elephant endotheliotropic herpesvirus – hemorrhagic disease (EEHV-HD)"
26 oktober 2024 22:04In een wereld waar olifanten worden bedreigd door afname van geschikt leefgebied, versplintering van de bestaande populaties, en conflicten met de lokale menselijke bevolking, is er nog een andere belangrijke bedreiging: de elephant endotheliotropic herpesvirussen (EEHVs). Deze virussen komen van nature voor bij zowel Aziatische als Afrikaanse olifanten, maar infecties met deze virussen kunnen desastreus uitpakken voor opgroeiende jonge olifanten, zowel in het wild als bij gehouden olifanten. Binnen de faculteit Diergeneeskunde wordt intensief onderzoek gedaan naar de ziekte die deze virussen veroorzaken, wat hoop geeft voor de toekomst van olifanten.
EEHV: Een Alarmerende Bedreiging voor Olifantenpopulaties
Zowel de Aziatische olifant (Elephas maximus) als de twee soorten Afrikaanse olifanten (Loxodonta africana en Loxodonta cyclotis) worden (ernstig) bedreigd in hun voortbestaan. Hun aantallen in het wild dalen al jaren door een combinatie van factoren, zoals vernietiging van hun leefomgeving, stroperij en verschillende ziekten. ‘Eén van de meest ernstige ziekten die deze dieren in gevaar brengt is EEHV-HD; een acute, hemorragische ziekte ten gevolge van een infectie met één van de “elephant endotheliotropic herpesvirussen”. EEHV-HD treft enkel jonge olifanten en vormt een ernstige bedreiging voor hun overleving in zowel dierentuinen als het wild', vertelt onderzoekster Tabitha Hoornweg.
De EEHVs zijn een groep herpesvirussen waarvan zeven soorten en verschillende ondersoorten bekend zijn. Deze virussen zijn al miljoenen jaren aanwezig bij (de voorouders van hedendaagse) olifanten. Echter, door nog onbekende oorzaken, die mogelijk verband houden met de sterke afname en versplintering van hun leefgebied, is het natuurlijke evenwicht tussen olifanten en deze virussen verstoord. Dit heeft geleid tot een alarmerende toename van EEHV-HD gerelateerde sterfgevallen onder jonge olifanten, vooral tussen de leeftijd van één en twaalf jaar oud. Tabitha Hoornweg vertelt: ‘Eén op de zes jonge Aziatische olifanten in dierentuinen ontwikkelt EEHV-HD na een EEHV infectie. De ziekte is bijna altijd dodelijk, vaak al binnen één tot twee dagen nadat deze ontdekt is. Meer dan de helft van alle sterfgevallen van olifantenkalveren in dierentuinen komt door EEHV-HD, en hierdoor vormt de ziekte een ernstige bedreiging voor het voortbestaan van olifanten in dierentuinen wereldwijd.’
Ook licht Tabitha Hoornweg toe: ‘Hoewel er lang gedacht is dat Afrikaanse olifanten niet of minder vatbaar waren voor EEHV-HD, zien we sinds kort ook meer en meer Afrikaanse olifantenkalveren sterven ten gevolge van deze ziekte. Al met al is er dus een grote noodzaak voor onderzoek naar deze ziekte en een manier om deze te voorkomen.'
Strijd Tegen EEHV: Ontwikkeling van Vaccin en Behandeling Voor Olifanten
‘Ons project heeft twee hoofddoelen; namelijk de ontwikkeling van een vaccin tegen EEHV met als doel ernstige ziekte te voorkomen én het ontwikkelen van een werkzame behandeling voor olifanten met EEHV-HD’, aldus Tabitha Hoornweg. ‘In de eerste jaren van het project hebben we ons vooral gericht op het ontwikkelen van goede diagnostische testen, die nodig waren om de ziekte beter te begrijpen. Door gebruik van deze testen hebben we geleerd dat alle olifanten gedurende hun leven geïnfecteerd raken met één of meerdere EEHVs; in de meeste gevallen zonder enige problemen. Daarnaast bleken antilichamen een zeer belangrijke rol te spelen bij het beschermen van olifanten tegen EEHV-HD.’
Jonge olifanten krijgen rondom hun geboorte antilichamen mee van hun moeder. Het niveau van deze zogenaamde “maternale” antilichamen is gedurende het eerste levensjaar van een olifant vergelijkbaar met de antilichaamniveaus van zijn moeder. Na het eerste levensjaar neemt het niveau van de maternale antilichamen geleidelijk af tot deze op een leeftijd van twee tot drie jaar niet meer detecteerbaar zijn. Tabitha Hoornweg vertelt: ‘We weten dat olifanten jonger dan één jaar oud al geïnfecteerd kunnen raken met de EEHVs, maar deze dieren ontwikkelen haast nooit EEHV-HD. Juist de jonge olifanten waarvan de maternale antilichamen al grotendeels zijn verdwenen wanneer zij voor het eerst met de EEHVs geïnfecteerd raakten, bleken een hoog risico te hebben op het ontwikkelen van ernstige ziekte. Deze resultaten suggereren dat een infectie op een zeer jonge leeftijd, wanneer de olifanten nog voldoende maternale antilichamen hebben, gunstiger is dan een infectie later in hun leven. Een factor die waarschijnlijk bijdraagt aan het moment van infectie is de grootte van de kudde waarin de kalveren leven. In grotere kuddes zijn er meer dragers van het virus en vinden meer sociale interacties plaats, wat de kans op virusuitscheiding en vroege infectie van een kalf vergroot. We denken daarom ook dat EEHV-HD een groter probleem kan worden voor olifanten in het wild naarmate olifantenkuddes kleiner worden en verder geïsoleerd raken van andere kuddes.’
‘Een andere cruciale bevinding is dat een infectie met één (onder)soort EEHV geen bescherming biedt tegen een daaropvolgende infectie of ziekte veroorzaakt door een ander soort EEHV. Voor een volledige bescherming tegen EEHV-HD moet een jonge olifant dus worden blootgesteld aan alle EEHVs die voorkomen bij zijn olifantensoort. Dit zijn EEHV1A, 1B, 4 en 5 voor Aziatische olifanten, en EEHV2, 3, 6 en 7 voor Afrikaanse olifanten', aldus Tabitha Hoornweg.
Sinds tweeëneenhalf jaar worden de serologische testen aangeboden aan Europese dierentuinen om te bepalen welke olifanten nog risico lopen op EEHV-HD. Er wordt ook samengewerkt met onderzoekers in verschillende landen in Azië en Afrika, waaronder Sri Lanka, Thailand, Japan en Zuid-Afrika, om lokale olifantenpopulaties te monitoren en te beschermen. Bovendien wordt er gewerkt aan de ontwikkeling van een antigeen sneltest, waarmee dierenartsen binnen 30 minuten zouden kunnen vaststellen of een olifant een actieve EEHV infectie heeft. Dit laatste is cruciaal om dieren met een EEHV-HD verdenking zo snel mogelijk te kunnen behandelen.
Vaccinontwikkeling tegen EEHV
Op basis van kennis over beschermende immuniteit tegen andere herpesvirussen én de inzichten verkregen uit diagnostische tests, hebben de onderzoekers inmiddels een goed idee hoe een vaccin tegen EEHV-HD eruit moet komen te zien. Om de diagnostische tests te ontwikkelen, zijn er in het laboratoria verschillende onderdelen van het virus nagemaakt, specifiek de eiwitten die het virus gebruikt om zijn gastheer binnen te dringen. Deze eiwitten zullen ook gebruikt kunnen worden in een toekomstig vaccin. Voor het vaccin richten de onderzoekers zich specifiek op een bepaald complex van viruseiwitten dat bij verwante herpesvirussen essentieel is voor het herkennen van een geschikte gastheercel. Bij olifanten blijkt het wel of niet hebben van antilichamen tegen dit virale eiwitcomplex dan ook goed te correleren met het risico op EEHV-HD. ‘We denken dat dit eiwitcomplex de beste kandidaat is om een beschermend vaccin mee te ontwikkelen en zijn momenteel dan ook hard bezig dit vaccin te maken’, aldus Tabitha Hoornweg.
Nieuwe Inzichten voor een Betere Behandeling tegen EEHV-HD
Naast de vaccinontwikkeling richt het project zich op het verkrijgen van meer inzicht in het ziekteproces, iets wat enorm belangrijk is voor het ontwikkelen van een goede behandeling tegen EEHV-HD. Tabitha Hoornweg vertelt: ‘Onze resultaten suggereren dat het afweersysteem van de jonge olifanten zelf een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van de ziekte. Er zijn medicijnen beschikbaar die de afweerreactie een beetje kunnen bijsturen, en op basis van deze resultaten hopen we dat deze medicijnen de ernst van de ziekte én het aantal slachtoffers ten gevolge van EEHV-HD kunnen verminderen. Of deze medicijnen inderdaad werkzaam zijn, zal in de komende jaren moeten blijken.’
Vooruitgang in EEHV-onderzoek: Samen voor olifanten
Dankzij dit project is er meer kennis bij Europese dierentuinen en partners in Azië over de risico’s die lokale olifanten lopen met betrekking tot EEHV-HD. Daarbij worden de bevindingen regelmatig gepresenteerd op nationale en internationale bijeenkomsten. Sinds de start van het onderzoek zijn er drie wetenschappelijke artikelen gepubliceerd en één manuscript is momenteel in behandeling bij een wetenschappelijk tijdschrift.
Het onderzoeksteam is zeer tevreden over de voortgang van het onderzoek. ‘Het onderzoek naar EEHV heeft belangrijke vooruitgang geboekt, met nieuwe inzichten en ontwikkelingen die de olifantenzorg wereldwijd verbeteren. Door de steun van partners en donateurs kan het onderzoek voortgezet worden en kunnen er blijvend belangrijke stappen gezet worden in de strijd tegen EEHV. Samen maken we het verschil voor olifanten!’