EEHV jaarupdate 2022-2023: 'Een vaccin en effectieve behandeling tegen EEHV'
01 augustus 2023 12:34Dankzij de steun van de donateurs en partners van Vrienden Diergeneeskunde kunnen we werken aan snelle, betrouwbare diagnostiek, een effectieve behandeling en een vaccin tegen EEHV. De meest voorkomende oorzaak van sterfte bij jonge olifanten tussen een en acht jaar oud. In deze jaarupdate nemen we je mee in de ontwikkelingen die mogelijk zijn gemaakt door iedereen die dit project een warm hart toedraagt.
Zowel de Aziatische olifant als de Afrikaanse steppe- en bosolifant zijn (kritisch) bedreigde diersoorten, waarvan de aantallen in het wild al jaren afnemen door vernietiging van hun natuurlijke leefomgeving en stroperij. Daarnaast kost een hemorragische ziekte (EEHV-HD) veroorzaakt door elephant endotheliotropic herpesvirussen (EEHV), veel jonge olifanten (1 tot 12 jaar) het leven. Onderzoekers van de faculteit Diergeneeskunde werken aan diagnostische testen om EEHV infecties vroegtijdig op te kunnen sporen en aan de ontwikkeling van een vaccin en een effectieve behandeling ter voorkoming van de potentieel fatale gevolgen van EEHV-infecties.
EEHV, de meest voorkomende doodsoorzaak bij olifanten
Eén op de zes jonge Aziatische olifanten in Westerse dierentuinen ontwikkelt EEHV-HD na een EEHV infectie. Dit leidt bijna altijd tot sterfte, vaak al binnen 24 tot 48 uur na de eerste zichtbare symptomen. De ziekte is de meest voorkomende doodsoorzaak van jonge Aziatische olifanten in dierentuinen. Daarnaast zijn er de laatste jaren ook meerdere jonge Afrikaanse olifanten overleden aan EEHV-HD. Bij wilde olifanten is deze ziekte moeilijk te diagnosticeren, maar ook in het wild zijn al meer dan 100 sterfgevallen door deze nare ziekte vastgesteld, met name in Azië.
‘We willen daarom een vaccin ontwikkelen waarmee we fatale EEHV-infecties kunnen voorkomen’, vertelt hoofdonderzoeker Tabitha Hoornweg. ‘Daarnaast willen wij een effectieve behandeling ontwikkelen om olifanten die vóór het realiseren van een vaccin EEHV-HD ontwikkelen, of die ongevaccineerd zijn gebleven, te kunnen behandelen. Een ander doel van ons project is het opzetten van diagnostische testen waarmee infectie met de verschillende soorten EEHV vroegtijdig opgespoord kunnen worden.’
De ontwikkeling van een nieuwe, betrouwbare test
‘De diagnostische tests zijn er inmiddels’, vertelt Hoornweg. ‘De afgelopen drie jaar zijn wij erin geslaagd om nieuwe, betrouwbare testen te ontwikkelen. Daarmee kan aangetoond worden of een olifant antilichamen heeft tegen een van de EEHVs en dus al geïnfecteerd is geraakt met deze virussen. Door deze testen hebben wij veel nieuwe informatie over de EEHVs en het ontstaan van EEHV-HD verkregen. Zo weten we nu dat alle volwassen olifanten, zowel Aziatische als Afrikaanse in Europese dierentuinen, maar ook Aziatische olifanten in Sri Lanka en Laos, antilichamen tegen de EEHVs hebben en dus drager zijn van ten minste één soort EEHV.’
Jonge olifanten waarbij amper tot geen antilichamen tegen de EEHVs in het bloed gemeten worden, lopen een sterk verhoogd risico om EEHV-HD te ontwikkelen wanneer zij met één van de EEHVs geïnfecteerd raken. Dat wijst er volgens de onderzoekers sterk op dat EEHV-HD voornamelijk ontstaat als gevolg van een eerste infectie die onvoldoende gecontroleerd kan worden. Als de jonge olifant deze eerste infectie doorstaat en immuniteit tegen het virus opbouwt, lijkt hij voor de rest van zijn leven beschermd tegen ernstige ziekte, maar is hij wel drager van het virus geworden.
‘Antilichamen die rondom de geboorte van moeder naar het kalf overgedragen worden, zogenoemde maternale antilichamen, lijken het kalf gedurende het eerste levensjaar te beschermen tegen het ontwikkelen van EEHV-HD’, legt Hoornweg uit. ‘Rondom de geboorte krijgt het kalf een grote hoeveelheid maternale antilichamen mee. Ongeveer een jaar na de geboorte zien we de hoeveelheid maternale antilichamen afnemen. Gelijktijdig neemt het risico op EEHV-HD toe. Wij vermoeden sterk dat een kalf dat nog niet geïnfecteerd is met de EEHVs op het moment dat de maternale antilichamen beginnen af te nemen risico loopt op EEHV-HD als het voor het eerst in aanraking komt met de EEHVs. Dit suggereert dus dat een kalf vroeg in het leven in aanraking moet komen met de EEHVs om EEHV-HD te voorkomen. In grotere kuddes zijn er meer dragers van het virus en meer sociale interacties, waardoor de kans op uitscheiding van het virus en infectie van jonge kalveren groot is. Helaas verwachten we daarom ook dat EEHV-HD een groter probleem zal worden in het wild, naarmate de kuddes olifanten kleiner worden en verder geïsoleerd raken van andere soortgenoten.’
De door de onderzoeksgroep ontwikkelde diagnostische testen waarmee kan worden bepaald met welke EEHV-(onder)soort een kalf al geïnfecteerd is, worden inmiddels aangeboden aan alle Europese dierentuinen. Hiermee kan worden vastgesteld welke dieren risico lopen op EEHV-HD. Recent heeft de European Aquarium and Zoo Association (EAZA) elephant Taxon Advisory Group (TAG) op grond van de bevindingen uit het onderzoek een nieuwe richtlijn doen uitgaan, waarin het testen van jonge olifanten op de aanwezigheid van EEHV-antistoffen op de leeftijd van 9, 12 en 15 maanden als beleidsmaatregel wordt aanbevolen. Daardoor kan de dierentuindierenarts vroeg ingrijpen bij dieren die onvoldoende antistoffen hebben tegen het virus. Ook werken de onderzoekers samen met partners in Afrika om te kijken naar het voorkomen van EEHV in lokale wilde olifantenpopulaties.
Een behandeling en vaccin
‘Daarnaast zijn wij ook druk bezig om met behulp van door ons geproduceerde nanobodies, een specifiek soort antilichamen, een antigeen-sneltest te ontwikkelen’, aldus Tabitha Hoornweg. ‘Deze test zal dierentuinen in staat stellen om ter plekke binnen dertig minuten vast te stellen of een olifant een actieve EEHV-infectie doormaakt. Samen met de informatie over antilichaamstatus, gaat deze sneltest hopelijk bijdragen aan een zo snel mogelijke behandeling van dieren die risico lopen op EEHV-HD. Ook in de ontwikkeling van een vaccin wordt vooruitgang geboekt; de komende tijd zetten wij de volgende stappen en we hopen in de loop van 2023 met concrete resultaten te komen.’
De onderzoekers zijn zeer tevreden over de voortgang van het onderzoek. ‘Door het aanbieden van onze diagnostische testen aan zowel dierentuinen in Europa als partners in Azië en Afrika, kunnen wij houders van olifanten inzicht bieden in de EEHV-status van hun dieren en daaruit volgend het risico dat zij nog lopen op EEHV-HD. Daarnaast heeft het testen van het grote aantal dieren veel nieuwe en essentiële inzichten opgeleverd. Inmiddels zijn er sterke banden ontstaan met verschillende Europese dierentuinen en partners in Azië en Noord Amerika, die ten goede komen aan het onderzoek naar EEHV en de mogelijke behandeling van dieren. Wij zijn erg blij dat we op deze manier kunnen bijdragen aan het behoud van de verschillende soorten olifanten, die allemaal met uitsterven bedreigd worden.’
Het onderzoeksteam wil de partners en donateurs van het EEHV project hartelijk bedanken voor de steun. Wil jij ook het verschil maken voor olifanten? Steun het project 'Stop de nr. 1 olifantenkiller'.